Sommige mensen krijgen alleen al de rillingen van het idee dat ze “schat” of “moppie” worden genoemd. Voor anderen zijn koosnaampjes zo ingeburgerd in hun dagelijks leven, dat ze bijna schrikken als hun partner ze bij hun echte naam noemt.
Ben jij gek op de liefkozende benamingen? Dan kan dat volgens professor Dean Falk van de Florida State University verband houden met je moeder.
De neurologisch antropoloog vertelt tegen Broadly dat koosnamen te vergelijken zijn met babypraat. Die bestaat om baby’s te helpen leren praten en tegelijkertijd liefde te tonen ter versterking van de band tussen moeder en kind.
“Mijn hypothese is uitermate simpel”, zegt Falk tegen Broadly. “Koppels die op deze manier tegen elkaar praten keren terug naar hun eigen ervaringen van toen ze nog kinderen waren. En naar hun eerste liefde, hun moeder.”
Koosnaampjes kunnen een goed teken zijn voor je relatie…
Of je nu aan een nieuwe bijnaam komt na een onderlinge grap of dat jullie allebei serieus werk maken van liefkozende termen, koosnamen kunnen een teken zijn dat het goed gaat met je relatie.
Professor Suzanne Degges-White van de Northern Illinois University is het daarmee eens. In een blogpost op Psychology Today schrijft ze dat het gebruik van eigen persoonlijke uitdrukkingen een teken is van een stevige relatie.
Net als dat we onze partners zo goed kunnen leren kennen dat één simpele blik al genoeg is om te weten hoe we ons voelen, zijn koosnaampjes een andere manier om die verbondenheid uit te drukken.
Een onderzoek uit 1993, dat is gepubliceerd in the Journal of Social and Personal Relationships, keek bij 154 koppels naar het verband tussen het gebruik van koosnaampjes en tevredenheid over de relatie.
Daaruit blijkt dat tevreden echtgenoten meer koosnaampjes gebruiken dan mensen die ontevreden zijn over hun relatie.
In de loop van de relatie neemt het gebruik van dit soort benamingen wel af. Stellen die minder dan vijf jaar bij elkaar zijn en geen kinderen hebben gebruiken ze het meest. Koppels op leeftijd juist het minst. De meeste namen die koppels voor elkaar hebben ontstaan tijdens de eerste fase van de relatie.
"Ik denk dat het heel menselijk en natuurlijk is om de taal een beetje aan te passen voor eigen gebruik", zei hoofdauteur Carol J. Bruess van het onderzoek tegen Scientific American. "Ik denk dat koosnaampjes zich daardoor ontwikkelen. We geven een naam aan dingen, we willen dingen symboliseren en we neigen ernaar die symbolen op natuurlijke manier te manipuleren richting de gewenste uitkomst."
...Maar alleen als je partner het echt leuk vindt
Maar er kan ook een keerzijde aan zitten. Iemand maar iets blijven noemen terwijl hij of zij er een hekel aan heeft, is een teken zijn van gebrek aan respect.
"Soms worden koosnamen gebruikt om je macht over een ander te laten zien", schrijft Degges-White. "Een serveerster 'schatje' noemen kan een manier zijn om aandacht te vestigen op de onderdanige rol. Hetzelfde geldt als je vrouwen op je werk 'meisjes' noemt in plaats van collega's.
Elke taal heeft zijn eigen koosnamen
De website Rosetta Stone publiceerde rond Valentijnsdag 2014 een artikel over de "schattigste koosnaampjes van over de hele wereld". Daar is te lezen dat wij Nederlanders vaak 'dropje' gebruiken.
Sowieso gebruiken mensen vaak woorden die met eten of dieren te maken hebben. De Fransen zeggen 'Mon petit chou', wat zoiets als mijn kleine kooltje betekent. Spanjaarden zeggen 'Media naranja' en dat betekent halve sinaasappel, waarmee wordt aangegeven dat ze als ze samen zijn een hele sinaasappel vormen.
In Thailand kan een geliefde 'Chang Noi' worden genoemd, olifantje, en een bekende Arabische koosnaam is "Ghazal" oftewel gazelle. In Italië wordt vaak "Orsacchiotto" gebruikt, beertje. Duitsers zeggen "Spatz", mus, en Polen noemen elkaar vaak muisje.